Wat gaat de overheid doen om ballonnen werkelijk terug te dringen?
Opgelaten ballonnen dragen bij aan zwerfvuil en plastic soep, zoals blijkt uit aangespoelde ballonresten op het strand. De overheid wil het aantal ballonnen daarom terugdringen, maar wilde eerst meer inzicht in aantallen en gevolgen. Een onderzoek dat werd geschreven in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu levert die achtergrondinformatie.
Het rapport “Ballonnen in het maritieme milieu” uit december 2015 laat om te beginnen geen spaan heel van de door ballonverkopers naar voren gebrachte ‘feiten’ als dat 90% van de ballonnen op grote hoogte in kleine snippers uit elkaar zouden barsten. Of dat de vertering van een ballon even snel verloopt als dat van een eikenblad. Het rapport berekent dat er in Nederland jaarlijks ten minste anderhalf miljoen ballonnen worden opgelaten (en misschien wel meer dan twee miljoen). In de volle zon breekt een latex ballon in 10 weken af, maar in zee is het latex na een jaar nog altijd elastisch. Ballonnen met lintjes hebben tussen de 20% en de 30% kans om in zee terecht te komen. Het rapport documenteert dat dieren latex eten en verstrikt raken in ballonlinten.
Het terugdringen van ballonnen komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het is een voorgenomen maatregel van de Rijksoverheid vanwege de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). De KRM verplicht lidstaten maatregelen te nemen om zwerfvuil op zee tegen te gaan om een zogeheten goede milieutoestand te bewerkstelligen. Daaronder horen ook ballonnen die in de top-10 staan van meest gevonden afvalitems op stranden. De rijksoverheid laat het actief ontmoedigen van ballonoplatingen tot nu toe echter geheel over aan de gemeenten. Wel wil ze informatie verspreiden over mogelijke alternatieven. Van een verbod is geen sprake, terwijl elke opgelaten ballon per definitie zwerfvuil veroorzaakt.
Dit rapport geeft de Rijksoverheid alle argumenten om snel actiever op te treden, zodat het oplaten van feestballonen werkelijk teruggedrongen wordt. Dat is hard nodig. Er zijn bijvoorbeeld winkelketens die ballonnen uitdelen en zich niet of nauwelijks bekommeren om de milieuschade die feestballonnen aanrichten.